
Op zaterdag moeten we verder. Van Simbrias naar de Zwarte Zee in Bulgarije.

Het is markt, waardoor we niet kunnen opschieten. Veel “paard en wagens” die ons weg zwaaien

of ons uitzicht op de bocht bemoeilijken, waardoor we niet durven inhalen. Ook boerenkarren hebben hier nummerplaten.

We hebben ongeveer 700 kilometer voor de boeg en doen daar volgens TomTom ruim 9 uur over. Veel wegen lopen door dorpen. Snelwegen zijn er weinig. Planologie was ook geen sterk punt. Maar, Roemenie is op veel plekken een prachtig land. De moeite om langzaam door heen te reizen.

Halverwege stoppen we bij een voetbalveld in een klaverwei. Dit is in het midden, een moderner deel van het land.

Weer uren later stoppen we op een parkeerplaats aan de weg van Boekarest naar Constanta aan de monding van de Donau. De weg is lang, recht, warm. Het landschap saai en lelijk. Af en toe parkeerplaatsen zoals deze. Niemand parkeert. Er is ook niks. Hier wil je niet zijn.

Dan doemt ineens een stel roestige bruggen op. We kunnen niet stoppen. Wies maakt met de Iphone snel deze foto vanuit de auto. De bruggen lopen over het Donaukanaal, ooit door dwangarbeiders in de tijd van Ceaucescu gegraven. Nooit gebruikt. Lees het boek van Olaf Tempelman over zijn reis rondom de Zwarte Zee.

We vinden een overnachtingsplek onder Constanta in een badplaats

met veel vergane glorie

en onwil om te onderhouden.

Daar doen we dus wat aan. Op heel veel plekken waar we komen op deze reis zien we dit soort borden. Borden die laten zien wat de EU doet in Oost Europa. Je ziet ook veel vaker Europese vlaggen dan, bijvoorbeeld, in Nederland.

Op zondagochtend gaat op een pier

de judoclub haar oefeningen doen.

Deze man drukt zich achterwaarts op

en gaat dan beneden vissen.

Dit bord vertelt wat je niet mag. Het grappige vind ik dat het te begrijpen is omdat het Roemeens verwant is aan het Frans.

Aan de andere kant van de straat maakt deze club haar aanbod in tekeningen duidelijk voor wie geen Frans kent.

In een restaurant.

wordt de kachel aangemaakt voor het middagmaal.

De ezel wacht op de restjes.

Op straat ligt voor mijn voeten een restje. Van iets. Staat symbool voor mijn gevoel over deze plek.

Via een strenge grenscontrole gaan we Bulgarije in. Ineens wordt alles subtropisch. En anders. Moderner. Een afslag met camping wijst ons

op onze bestemming. Niks modern. Dit is voor ons een verzameling verouderde padvindershuisjes. Geen camping. Geen plek voor ons.

Het is moeilijk iets te vinden. Opschriften kunnen we niet lezen. Die zijn in het Cyrillisch. Oude en nieuwe gebouwen staan door elkaar en hun functie is soms niet duidelijk. Je bouwt in elkaars achtertuin. De sterkste wint.

Dan vinden we dit.

Een appartement met een plantje dat wil ontsnappen,

een benedenbuurvrouw die haar plastic handel nat houdt,

een mevrouw die in neglige brood haalt,

een mevrouw die nog aan het water wil wennen,

een waterglijbaan georganiseerd door de ijshockeyclub en

wij werken aan de blog vanaf hier, 25 kilometer ten zuiden van Burgas, een grote haven- en badplaats.