Zaterdagochtend 20 juli nemen we afscheid van Huub en Trudie. Zij gaan naar het noorden. Wij naar het zuiden omdat we hopen aanstaande week in Estland en in de buurt van Helsinki nog wat foto’s te kunnen maken.
Voor we uit Kuopio vertrekken willen we de beroemde uitzichttoren op om een Finland vol meren van boven af te zien. We vinden de ingang van de toerit niet, maar wel 3 adembenemende springschansen.
Ineens horen we een soort geruis, het geluid van ski’s op nylon. Van de hoogste schans komt een figuurtje razendsnel naar beneden. Hij staat op de foto, maar het is zoeken.
En nog een die het ook gehaald heeft.
In de winter, met sneeuw gaan hier veel vlaggen voor ze in top.
We gaan naar een camping in Tampere. Het is een grote stad, misschien de moeite van een bezoek waard. Boven ons is het een ambachtelijk feest.
Finnen blijken meesters in het vormgeven van luchten, zoals de Denen dat volgens ons met met gras doen.
Je laat wolken gewoon alles uitdrukken.
Je kan ze zelfs laten zoenen.
Maar dat gedoe met wolken levert soms ook onaangenaam weer op waardoor we tentjes moet inpakken om het droog te houden binnen
en ze met stenen moeten verzwaren om niet op te waaien.
Op de camping zien we, zoals op veel campings deze voorganger van onze “bus”, dapper beschutting biedend in de Finse zomer.
Vanmorgen, zondag, besluiten we naar het misschien warmste plekje van het land te gaan. Weer een hele dag rijden en wij zijn in het Zuid-Oosten vlakbij de Russische grens. Hier over de grens en je kunt doorrijden tot Alaska. Morgen meer.
Tussendoor heb ik natuurlijk weer foto’s uitgezocht van 2 Zweedse tieners die ik vorige week fotografeerde. Hier is Sofie
en haar vriendin Elsa.