
Dit is de bellboy van het Best Western Hotel in Sofia. Vrijdag rijdt hij ons de hele dag door Sofia. Anders kunnen we de adressen die soms geen adres zijn, niet vinden. Hij is blij met ons, wij heel blij met hem. Zijn naam staat op het kaartje en betekent vrede en veiligheid.

We rijden kriskras door de stad van 1,5 miljoen inwoners en buurten gebouwd in de tijd van het communisme. Dit is het cultuurpaleis uit die tijd.

Dit, wat is het?, staat op het grote plein daarvoor. Verwaarloosd met graffiti.

Dit, wat is het, staat aan de andere kant van dat plein.

Hier huur je elektrische auto’s.

Dit straatje leidt naar een nieuw apartementengebouw. Daar woont de laatste tiener die ik ga fotograferen. Het is pal tegen dat huisje gebouwd met een ijzeren trap naar een slaapkamer en in de achtertuin een 50-er jaren flat.

Deze poort staat om de hoek.

Veel mensen kijken even in vuilnisbakken als ze langs lopen.

Of duiken er in.

Maken een praatje over de inhoud en

gaan verder naar de volgende bak over een weg

waar bijna geen putdeksel heel is.

en als ze heel zijn kunnen ze het water niet verwerken. Eind van de middag regent het even heel hard.

Als het weer droog is loopt een Roma moeder met haar dochter langs vuilnisbakken in de binnenstad. Bulgaren doen minachtend over Roma. Ik heb met haar te doen en geef haar ongevraagd geld. Ze kijkt verrast en blij met hele blauwe ogen. Dat kan je op deze foto allemaal niet zien. Fantaseer dat dan maar.

Op een kruispunt zit dit meisje met een bekertje in haar hand te bedelen. De andere dag zit ze er ’s ochtends vroeg nog of weer.

Tegenover het bedelende meisje staat deze gelukkig te zijn. Het geeft de tegenstellingen in Sofia goed weer.

Laat op de avond trekken de wolken weg.

Dat wordt de andere dag een eerste sigaretje in de zon.

De straat is droog.

De auto komt uit de kelder om verder te gaan. Richting Griekenland.

Een standbeeld in het centrum wuift ons uit en

wijst met haar linkerhand ons de richting

langs eindeloze rijen mensenpakhuizen

naar buurten waar Roma oefenen met hun paard en wagen

en wij de snelweg niet kunnen vinden om dat hier de toegang daar naar toe op houdt.

Eindelijk na uren zijn we Sofia uit, belanden op de weg naar Griekenland en rijden een heel eind langs een groene rivier

en ooievaars.

Door een rond wc raampje zie ik de grens van Griekenland. We drinken hier nog koffie en thee voor 50 Eurocent. Dat wordt over een kilometer een stuk duurder.

Nog een dag rijden dan zijn we bij mijn zus

in Epidavros.

Daar komt de zon iedere dag zo op

staan de stoeltjes al klaar waar op ik straks ga zitten om mijn tienerfoto’s van deze reis ga selecteren.

vol sinasappels..

Celeste, mijn zus werkt vanuit dit hotel met haar bedrijf Artisa. Zij biedt mensen een comfortabele omgeving en haar support bij hun scheppende activiteiten met

uitzicht op een zee, soms van “celeste” en soms van zilver.