We zijn in Stockholm, op een van de twee stadscampings. Hoewel bij de ingang staat dat hij vol is, vinden we toch een plek voor 1 nacht. Als we in de buurt wandelen worden we onze eigen pixels.
De camping ligt bij een plas water
met een midgetgolfbaan waar vader en zoon andere kunstjes doen dan golfen.
Het is avond als we ons gesetteld hebben, in de lucht verschijnt een UFOwolk.
Deze jongen zit al jarenlang versteend de reizende mensheid te beschouwen.
Samen met andere Zweedse heldinnen
die met elkaar onderdeel zijn van een metrostation.
Na alle tegels bekeken te hebben daal ik de trap af van het station naar de straat
en bestijg na anderhalf uur een andere trap in het moderne gebouw van een telecombedrijf aan de haven.
Achter mij een knooppunt van de Baltische en Scandinavische wereld waar ik nu deel van uit maak.
Straks stap ik op deze boot.
Terwijl we wachten op de inscheping hebben we dit uitzicht en
achter onze voorruit hangt dit inzicht.
Onze boot is een mengeling van ferry, transport en cruise. Onze hut heeft de luxe van een hotel.
Het is prachtig warm weer. Iedereen is op dek en fotografeert elkaar
of laat dat door de scheepsfotograaf doen.
Ons raam interacteert met de horizon een Scandinavische vlag van ongekende kleuren en
het schip trekt sporen in het water tussen duizenden eilandjes waar geen eind aan lijkt te komen.
In de bar soes ik achter een Leffe weg.