’s Ochtends 21 januari word ik wakker en zie dit. Ik maak er een foto van. De lamp doet het niet.
Dan snel ik naar het licht, ons balkon, waar de zon overweldigend schijnt.
Op het balkon drink ik mijn koffie en bestudeer daarna het koffiedrap. Vandaag krijgt mijn achternichtje van een week oud haar naam en haar moeder, Misja, heeft gevraagd om aan haar te denken. Als ik mijn drap draai “zie” ik een naam. Of die het wordt?
We hebben een appartement in Pissouri Bay. Het heeft een stil strand met deze douche en wc’s.
Langs het strand staan palmen waar een plug in is geslagen. Er komt vocht uit. Wat hun functie is ontgaat me.
Tussen palmen een goedgeschoren grasveld met lege ligstoelen die wachten op het toeristenseizoen.
Naast de luxe
een paviljoen wat het niet gehaald heeft. En dat is jammer want het ligt prachtig en het is een mooi gebouw.
Die middag gaan we naar Limassol, de grootste havenstad van Cyprus. We hebben een afspraak met Hilde. Christina Jans, moeder van Belgische tieners, bracht ons met haar in contact. Hilde heeft een aantal tieners voor ons “geregeld”. Dit zie je als je vanaf haar balkon naar beneden kijkt.
En dit zie je als je richting zee kijkt. Cyprus wordt gekenmerkt door een opeenstapeling van kubussen en tanks die met elkaar het beeld opleveren van Mincecraft,, een game dat Zilt, ons vriendje van bijna 10, fanatiek speelt en waarvan wij niks begrijpen.